De rol van devotie in Vedanta

‘Ik ben dezelfde voor alle wezens. Er is niemand voor wie Ik haat koester, noch sympathie. Maar degenen die Mij met devotie vereren bestaan in Mij, en Ik besta ook in hen.’
Bhagavad Gita vers 9.29

Bhakti, devotie, is liefde en bewondering voor Ishvara, God. Devotie is heel natuurlijk en komt als vanzelf tot uiting in iemand die een juist begrip heeft van God, de wereld en zichzelf. In het proces naar het verkrijgen van deze kennis kunnen we devotie bewust ontwikkelen. Devotionele handelingen leiden tot een heldere, dankbare geest die in staat is de kennis van Advaita Vedanta te assimileren. 

Wat is God?
Advaita Vedanta zegt: er zijn niet vele goden, er is niet één God, er is enkel God. Alles wat er is, is Ishvara. Dat betekent dat ik als individu voortdurend en volkomen verbonden ben met God. Zoals een boom ook altijd in contact staat met het bos, zo sta ik als individu altijd in verbinding met het totaal. Het bos doordringt de boom. Het totaal omvat het individu.

Ishvara is de bron waaruit alles voortkomt, waardoor alles wordt ondersteund en waarin alles terugkeert. Ishvara is alle kennis, gemanifesteerd als de totale orde: ruimte, tijd, planeten, sterren, de natuurwetten zoals de zwaartekracht, de fysieke orde, de biologische orde, de psychologische orde, de cognitieve orde, de orde van karma en dharma. Hoe beter ik dit begrijp, hoe meer ik kan ontspannen in het leven. Dan besef ik dat niets van mij is. Ik kan niets opeisen, want alles is gegeven. Dan zie ik dat alles in orde is, zelfs mijn verdriet, pijn en herinneringen. Dat alles een zegen is. Iedere ademhaling en iedere hartslag.

Kennis en devotie gaan samen
Het begrip dat alles God is ontstaat door te luisteren naar het Vedanta-onderwijs en je bewust te verbinden met Ishvara door middel van devotionele activiteiten. We kunnen drie vormen onderscheiden:

  1. Kāyika-karma, fysieke devotionele handelingen. Denk hierbij aan rituelen, puja (verering) bij een altaar, het offeren van bloemen en water, etc. Ook karmayoga valt hieronder; de erkenning van Ishvara in de vorm van dharma en als gever van de resultaten van handeling.
  2. Vācika-karma, gesproken gebed. In de Veda’s staan prachtige lofzangen (sukta’s), verzen en liederen die Ishvara beschrijven. Of gebruik je eigen woorden.
  3. Mānasa-karma, mentaal gebed of meditatie. Een bekende vorm is mantrameditatie, japa genaamd. Je herhaalt langere tijd een mantra uit de Veda’s die speciaal hiervoor bedoeld is en waarmee je je bewust op Ishvara richt. Een bekende mantra is bijvoorbeeld om namah shivaya, wat betekent: mijn eerbiedige begroeting aan Shiva, de altijd goedgunstige Heer, de vernietiger van alle obstakels.    

Door middel van deze activiteiten breng je de devotionele persoon in jezelf naar buiten. Bhakti (devotie) is natuurlijk, want onze relatie met Ishvara is een feit. Het is een onveranderlijke, permanente relatie. Ook als je je er niet bewust van bent, sta je op elk moment in relatie tot Ishvara, want er is niets anders dan Ishvara.

Vedanta helpt je om te groeien, zodat je uiteindelijk gaat zien: Ishvara en ik zijn één.

Heer Krishna zegt in de Bhagavad Gita:

‘O Arjuna, er zijn vier verschillende typen mensen die mij vereren: degene die in het nauw zit, degene die voorspoed zoekt, degene die Mij wil kennen en degene die Mij kent.

Van deze vier typen blinkt de kenner (de jñānī) uit, degene die altijd met Mij verbonden is en wiens devotie is overgegaan in eenheid.’
– Bhagavad Gita verzen 7.16-17

Terug naar Begrippen in Advaita Vedanta